Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de priester, nadat het gewassen is, de plaag zal bezien hebben, dat, ziet, de plaag haar [54]gedaante niet veranderd heeft, en de plaag niet uitgespreid is, het is onrein, gij zult het met vuur verbranden; het is een [55]ingraving [56]aan zijn achterste of aan zijn voorste zijde. 54. Hebreeuws, ogen. 55. Of, ineting, inbijting. 56. Hebreeuws, in zijne kaalheid, of, in zijne bles. Versta, door de kaalheid de achterste of binnenste zijde van een kleed, genaamd de averechtse zijde, die in het dragen het naast aan het lichaam is; en door de bles de voorste of buitenste zijde, die in het dragen voor ogen is, genaamd de rechterzijde. Anderen verstaan door de kaalheid een kleed, dat door oudheid zijn wol en haar verloren heeft en melaats geworden is, maar door de bles, wanneer enige melaatsheid het kleed van zijn wol beroofd heeft.